Delftse biergeschiedenis

Wie ooit een rondleiding met Aad van Bierhistorie Delft heeft meegemaakt is al op de hoogte. Delft is van oorsprong een bierstad!


Delft en bier in de middeleeuwen

Bier behoorde tot de dagelijkse levensbehoefte van de middeleeuwse mens. Het is daarom niet verwonderlijk dat in Delft bij archeologisch en bouwhistorisch onderzoek regelmatig sporen van brouwerijen worden aangetroffen. In vrijwel elke middeleeuwse nederzetting werd er bier voor de eigen behoefte gebrouwen omdat deze drank tot één van de primaire levensbehoeften behoorde. Dat het bier brouwen in Delft een zo hoge vlucht nam in de middeleeuwen had verschillende redenen. Zo leverde het uitgestrekte veengebied ten oosten van Delft volop turf, welke een uitstekende brandstof vormde. Verder kon op het omliggende land de benodigde gagel, haver en gerst goed gedijen. Ook was de aanwezigheid van veel en goed water erg belangrijk. De vele opkomende nederzettingen in de omgeving van Delft garandeerden een goede afzetmarkt en de vele

bevaarbare kanalen zorgden ervoor dat de grondstoffen en het bier makkelijk en goedkoop konden worden vervoerd. Het is algemeen bekend dat Delft in het verleden een grote bekendheid bezat vanwege haar uitstekende bieren. Volgens informatie uit het archief waren er rond 1600 maar liefst circa 200 brouwerijen in bedrijf in Delft. Dit grote aantal in een toch betrekkelijke kleine stad wijst er al op, dat men zich niet moest voorstellen dat deze brouwerijen een grote omvang hadden, het moesten voor het merendeel kleine brouwerijen zijn geweest met slechts een brouwketel en een paar man die het proces begeleiden.


De oudste brouwerij van Nederland

In de jaren 1983 en 1984 zijn er archeologische opgravingen geweest aan het Heilige Geestkerkhof, het plein waar het terras van Café de Oude Jan en het Delfts Brouwhuis zich zomers bevind. Tijdens deze opgravingen zijn er tal van archeologische vondsten van waarden naar boven gekomen en zo ook de ontdekking van de oudst bekende brouwerij van Nederland. Er werd hier een houten gebouw opgegraven waarvan het grondvlak bijna vierkant, 8 x 8 meter is. De voorgevel bestond uit verticale planken, de zijgevel uit met leem aangesmeerd vlechtwerk en het dak was van stro of riet vervaardigd. Uit het onderzoek van de jaarringen van de palen en planken waaruit het gebouw was opgetrokken, kon worden afgeleid dat het pand in het jaar 1210 was gebouwd. Op de aarden vloer in het huis brandde een houtskoolvuur. De rook kringelde vrij omhoog en verdween via een gat in het

dak in de buitenlucht. De vorm van dit gebouw wijkt niet af van die van een gewoon woonhuis uit die tijd. Dit is ook niet verwonderlijk, omdat het bier toen thuis werd gebrouwen en niet in speciaal gebouwde werkplaatsen. Uit onderzoek op de samenstelling van de Delftse zadenmonsters in de

opgegraven woning bij de Oude Kerk, is het de meest aannemelijke verklaring dat het assortiment granen wijst op de aanwezigheid van een dertiende-eeuwse brouwer. Deze brouwerij is naar een ontwerp van het Delftse bedrijf Archeoplan gereconstrueerd in het archeologisch themapark Archeon in Alphen aan de Rijn.

Bron: Aad van der Hoeven (2007) ‘Delft, Stad met vergeten bierhistorie’

Geschiedenis van bier in Delft